Dier van de week
Het bruin blauwtje vliegt van begin mei tot eind juni, zo ook dit exemplaar op een schraal en open stuk in De Kennemerduinen. Het bruin blauwtje houdt van ooievaarsbek en reigersbek, planten die in dit schrale deel van het duinlandschap volop aanwezig zijn. Droog, zandig, open, kruidenrijk en schraal (kalk)grasland is waar het bruin blauwtje zich thuis voelt.
De vlinder besteedt het merendeel van de dag aan het zoeken van nectar. ’s Nachts rust hij vaak in groepen, met de kop naar beneden hangend aan grassprieten. Het bruin blauwtje profiteert van begrazing met paarden en hooglanders in de duinen. Die grazers zorgen namelijk voor het ontstaan van open plekken.
De vlinder heeft na een flinke achteruitgang in de jaren ’90 vanuit het duingebied het hele land weten te bereiken, met uitzondering van de drie noordelijke provincies. De verwachting is dat door het toenemen van droge zomers, deze vlinder zich naar het noorden van ons land gaat uitbreiden. Het bruin blauwtje komt voor van West-Frankrijk en Groot-Brittannië tot Oost-Azië en van Zuid-Scandinavië tot Italië en Griekenland.
In het Engels heet de vlinder ‘Brown Argus’, in het Duits ‘Dunkelbrauner Bläuling’, in het Frans ‘l’Argus Brun’. ‘Argus’ was in de Griekse mythologie een monster met honderd ogen. De Oud-Nederlandse benaming was ‘donkerbruin blauwtje’.