Dier van de week
De nijlgans komt oorspronkelijk uit Noord-Afrika en is inmiddels een bekende verschijning in het Nederlandse polderlandschap. De soort komt sinds eind jaren ’60 in ons land voor. De Europese populatie nijlganzen stamt af van exemplaren die ontsnapt zijn uit gevangenschap (gehouden door verzamelaars van siervogels).
De luidruchtige en felle vogel is niet meer weg te slaan uit de Nederlandse natuur, waar hij inmiddels in grote aantallen voorkomt. Eind vorige eeuw waren er 4.500 tot 5.000 paar broedende nijlganzen in ons land. In 2009 was dat aantal gestegen tot tussen de 10.000 en 14.000 paar.
De nijlgans broedt in boomholtes of onder struiken en bomen in de buurt van water. Ze broeden ook in oude nesten van blauwe reigers, ooievaars en buizerds. Ofschoon hij ‘gans’ wordt genoemd is het eigenlijk een eend. Je treft de nijlgans met name aan in het westen en noorden van Nederland en langs de grote rivieren. In het Engels heet het dier ‘Egyptian Goose’, in het Frans ‘oie égyptienne’, in het Duits ‘Ägyptische Gans’ en in het Spaans ‘ganso egipcio’.